Blaarkopfan Zwanet Faber

“Ik ben een rasechte blaarkopfan”

Ik moet ermee geboren zijn, ‘blaarkopbloed’. En zo ken ik er meer; de echte liefhebbers van de Blaarkop. Het is leuk om daar iets over op papier te zetten. Toen ik een kind was kende mijn dierenliefde kende amper grenzen. De kalfjes, koeien, katten en hond kregen veel aandacht en knuffels. Het verzamelen van dierenplaten liep uit de hand; de kastdeur kon niet meer dicht. Na een fikse schifting werden alle blaarkopplaatjes gerangschikt en ingeplakt, de rest verdween in de prullenbak. Op mijn twaalfde was het eerste plakboek over blaarkoppen een feit, al spoedig gevolgd door een tweede, derde, vierde enzovoort. Anno 2010 is dat aantal de 50 gepasseerd, om nog maar te zwijgen over de vele catalogi van keuringen enzo. Liefhebbers wisten al gauw dat ze alle blaarkopspullen bij mij kwijt konden.

Waarom werd dat speciaal de Blaarkop? Ik ben er tussen opgegroeid, en vond het leuk dat wij blaarkoppen hadden en veel andere boeren ‘maar gewone bonten’. Nadat ik ze als kind begon te tekenen werd steeds vaker het fototoestel uit de kast gehaald. Op de fiets naar Vegter in Loppersum om zijn topkoeien in levende lijve te aanschouwen en er foto’s van te maken. Dan kreeg hij er ook een afdruk van. Als ik die koeien dan later op keuringen zag, dan wist ik precies wie wie was, zo vaak had ik de foto’s bekeken en in mijn hoofd geprent. Ook thuis op De Har werden generaties koefamilies vastgelegd om nooit meer te vergeten. Vanaf 1992 kwam ik elke zomer de koeien van Lammert en Ina Huizinga op de foto zetten, en ook steeds meer koeien van andere veehouders ontkomen niet aan mijn fotosessies. Zo krijg je zicht op meerdere dochters van stieren en die vormen mee de basis voor wat er op deze website staat. Zo kan ik het nuttige met het aangename combineren.

Ik mag ze ook graag tekenen en schilderen, en kan daarmee de Blaarkop tot kunstobject maken. Door te exposeren kan ik ook het blaarkopverhaal vertellen. Toen ik in 2001 een stuk tekst voor het boek ‘de Groninger blaarkop’ schreef, schreef ik: ‘Koeien houden van mensen, tenminste als mensen van koeien houden. Afscheid nemen doet pijn maar is niet onoverkomelijk. Ik heb ze gemist – toen ze in 1987 verkocht werden – maar er waren koeien die mij meer misten dan ik hen. Via via kwam mij ter ore dat Hillie 17 van heimwee was gestorven. Karin 14 had het ook moeilijk, maar nadat ik haar had bezocht en een aai over de kruin had gegeven knapte ze weer op volgens haar nieuwe eigenaar. Blaarkoppen zijn rustige, aanhankelijke koeien, soms wat koppig: ze weten wat ze willen, en wat ze niet willen; ‘echte Grunnegers’.’

Nu zet ik me naast mijn ‘gewone’ werk in als voorzitter van de Blaarkopstichting en bestuurslid van de Vereniging van Blaarkopfokkers in Groningen. En ben met veel plezier druk met de website bezig, De Blaarkopper, projecten en overleggen, veehouders bezoeken, mailberichten versturen en veel contacten met allerlei blaarkopliefhebbers. Om dit mooie ras een goede publiciteit en toekomst te bieden.

ZwanetSchilderij2

ook schilderen van blaarkoppen is mijn hobby

(zie onderaan voor meer schilderijen)

Mijn blaarkopgedicht:

‘GRUNNINGS GOUD’
Met statige tred betreedt ze de Groninger klei,
op sokjes en een enkel zwart voetje,
haar kijkers omlijst met net niet gelijke kringen,
haar witgepluimde vliegenmepper zwierig zwaaiend,
rondborstig en met haar brede muil gretig grazend.
Onverstoorbaar lijkt ze, stevig en standvastig,
ze laat zich niet uit het veld slaan; ‘rasechte Groningse’.
Af en toe heft ze het hoofd
en werpt een nieuwsgierige en oplettende blik,
ze tuurt de einder af en snuift de geur van het land;
‘Zij en haar land zijn één; Grunnings Goud’.
Wie maakt haar wat, ze weet waar ze mee bezig is
en vervolgt haar pad met edele tred en opgeheven hoofd.
Mijn Blaarkop.

Zwanet Faber

SCHILDERIJEN: