Fokkerij

Lijnenteelt (zie lijnenteeltschema)

Bij vertrek (P) haan en hen met verschillend bloed maar elk van zuiver ras te paren in (F1) om halfbloeden te krijgen (2), die van gelijke verhoudingen bloed van ieder ouderdier hebben.

Door de beste (F1) hen x vader en de beste (F1) haan x moeder te paren, krijg je in (F2) twee nieuwe
groepen (3 en 4).
In (3) heb je dan 1/4 mannelijk bloed en 3/4 vrouwelijk bloed.
In (4) heb je dan 3/4 mannelijk bloed en 1/4 vrouwelijk bloed.

Om (F3) te kunnen fokken heb je drie mogelijkheden:

Door (3) te paren aan (4) krijg je (6) die opnieuw halfbloeden zijn.
Door haan uit (3) te paren aan hen (P) krijg je (5) die 7/8 vrouwelijk bloed en 1/8 mannelijk bloed heeft,
dit is 85% van vertrekbloed van vrouwelijke zijde.
Door hen uit (4) te paren aan haan (P) krijg je (7) die 1/8 vrouwelijk bloed en 7/8 mannelijk bloed heeft,
dit is 85% van vertrekbloed van mannelijke zijde.

In (F4) zijn talrijke combinaties:

Door dieren uit (5) te paren aan dieren uit (7) krijg je (10) die opnieuw halfbloeden zijn.
Door dieren uit (5) te paren aan dieren uit (6) krijg je (9) die dieren met 11/16 vrouwelijk bloed geven.
Door dieren uit (6) te paren aan dieren uit (7) krijg je (11) die dieren met 11/16 mannelijk bloed geven.
Door dieren uit (5) te paren aan dieren uit (3) krijg je (8) die dieren met 13/16 vrouwelijk bloed geven.
Door dieren uit (7) te paren aan dieren uit (4) krijg je (12) die dieren met 13/16 mannelijk bloed geven.

De beide laatste koppelingen zijn voordelig omdat we terug zijn bij dieren die iets meer dan 80%
ouderbloed bezitten.

In (F5) zijn ook verschillende combinaties:

Door dieren uit (9) te paren aan dieren uit (11) krijg je (15) die opnieuw weer halfbloeden zijn.
Door dieren uit (8) te paren aan dieren uit (11) krijg je (14) die dieren met 9/16 vrouwelijk bloed geven.
Door dieren uit (8) te paren aan dieren uit (10) krijg je (13) die dieren met 21/32 vrouwelijk bloed geven.
Door dieren uit (9) te paren aan dieren uit (12) krijg je (16) die dieren met 9/16 vrouwelijk bloed geven.
Door dieren uit (10) te paren aan dieren uit (12) krijg je (17) die dieren met 21/32 mannelijk bloed geven.

Tekening gemaakt door Wim Knooihuizen.

Vererving kleurslagen

Overzicht van combinaties bij kruising zilver met goud

OudersHaan
HenZilverOnzuiver ZilverGoud
Zilverzilverzilver1zilver
1 goud
1zilver
1 onzuiver
zilver
goudonzuiver
zilver
Goudzilveronzuiver
zilver
1zilver
1 goud
1onzuiver
zilver
1 goud
goudgoud
 HennenHanenHennenHanenHennenHanen
 Nakomelingen

Hen goudpel gepaard aan zilverpel haan geeft zilverpel hennen en fokonzuivere zilverpel hanen.

Hen zilverpel gepaard aan goudpel haan geeft goudpel hennen en fokonzuivere zilverpel hanen.

Hen goudpel gepaard aan fokonzuivere zilverpel haan geeft:goudpel hennen
 goudpel hanen
 zilverpel hennen
 fokonzuivere zilverpel hanen
  
Hen zilverpel gepaard aan fokonzuivere zilverpel haan geeft:zilverpel hennen
 zilverpel hanen
 goudpel hennen
 fokonzuivere zilverpel hanen

Overzicht van combinaties bij kruising zilver, goud en citroen

OudersHaan
HenZilverOnzuiver Zilver
drager goud
Onzuiver Zilver
drager citroen
GoudCitroen
Zilverzilverzilver½ zilver
½ goud
½ zilver
½ onzuiver
zilver
½ zilver
½ goud
½ zilver
½ onzuiver
zilver
goudonzuiver zilvercitroenonzuiver zilver
Goudzilveronzuiver
zilver
½ zilver
½ goud
½ onzuiver
zilver
½ goud
½ zilver
½ goud
½ onzuiver
zilver
½ goud
goudgoudgoud
drager citroenfactor
goud
drager citroenfactor
Citroenzilverzilver½ zilver
½ goud
½ zilver
½ goud
½ zilver
½ citroen
½ zilver
½ citroen
goud
drager citroenfactor
goud
drager citroenfactor
citroencitroen
Kuikenshennenhanenhennenhanenhennenhanenhennenhanenhennenhanen
½ = ene helft dieren onzuiver zilver/zilver en de andere helft goud/citroen                                                  Nakomelingen